Het verhaal van een paal
Een werkend mechanisch bediend NS sein in HO
Een tijdje geleden stuitte ik op een setje geëtste seinvleugels van Philotrain.
Enthousiast geworden door de fijne detaillering ervan, besloot ik eens te
proberen daar een werkend mechanisch sein van te maken. Bij de bouw werd alleen
gebruik gemaakt van handgereedschap. Wie van priegelen houdt, leze verder!
De mast werd vervaardigd van staf 1,5 mm. en buis van 2 en 3 mm. doorsnee. Deze
buis werd op de gewenste lengte gezaagd en in elkaar gesoldeerd. Ik gebruikte de
tekening van Philotrain als richtlijn. Daar bij de spoorwegen de zichtbaarheid
van het sein boven alles ging, kunt U hierin de nodige variatie aanbrengen al
naar gelang de plaats waar het sein uiteindelijk moet komen. Om de stukken buis
in elkaar te laten passen, is het nodig de buis iets op te ruimen. Ik gebruikte
hiervoor een “pin vice”, waarmee voorzichtig en accuraat kan worden geboord, ook
met dunne boortjes.
In de mast moet een serie gaatjes worden geboord, niet alleen voor de seinarmen
en hun bedieningsorganen, maar ook voor de klimijzers, die inspectie en
onderhoud mogelijk maken.
Op de plaats waar de seinvleugel moet komen, wordt eerst, zowel aan de voor- als
achterzijde, een buisje van 2 mm. gelijmd of gesoldeerd. Waar de stelschijf moet
komen wordt dit buisje alleen aan de voorzijde aangebracht. De buisjes worden
eerst pasgevijld op de plaats waar ze moeten komen. Als U wilt solderen, is het
het handigste, alle onderdelen van de seinpaal te vertinnen, ze op een plaatje
aluminium op een gaspit in elkaar te passen en het geheel dan voorzichtig te
verhitten, totdat de soldeer vloeit. Kleine correcties zijn met een dun stiftje
mogelijk. Zit alles naar wens, draai dan de gaskraan dicht en wacht rustig tot
het tin is gestold. Daarna goed schoonwassen in warm zeepsop. Het lijmen van
kleine onderdelen gaat het beste met een klein beetje secondenlijm-gel, waarna
met vloeibare secondenlijm wordt “volgevloeid”. Laat voor U verdergaat de lijm
goed drogen!
Met een 1 mm. boortje in de pin vice boren we nu door de (beide) buisjes en de
paal. Om het tweede boorgat in dezelfde richting te houden, steekt U een stukje
staf in het eerste boorgat als richtingaanwijzer. Om de gaten voor de klimijzers
te boren, klemde ik de mast in een klein bankschroefje. Om de 5 mm. boorde ik nu
voorzichtig een 0,8 mm. gaatje, na eerst een klein gleufje gevijld te hebben. In
het dunste deel van de mast gaat het boren het beste, als eerst door een los
stukje 2 mm buis, dat aan een zijde wat rond uitgevijld is wordt geboord. Dit
buisje wordt met een tangetje op de mast gehouden als boorgeleiding. In de nu
ontstane gaatjes lijmen we een stukje 0,5 mm. draad, dat we door de overmaat van
het gat goed kunnen uitrichten. Het gaatje vloeit vanzelf dicht met lijm en
later verf! We steken een stuk staf door de mast, verlijmen dit en knippen het
lange end na droging af. Zitten alle klimijzertjes op hun plaats, dan vijlen we
ze voorzichtig op de juiste lengte. Sommige ijzers waren iets langer! Raadpleeg
hiervoor een foto of tekening.
De top van het sein wordt puntig gevijld en er wordt een ringetje uit dun draad
op gelijmd of gesoldeerd, om het paalhoedje te imiteren. Onder aan de paal
worden nog twee gaatjes geboord en wel een voor de beugel waaraan de
geleiderollen voor de trekdraden komen en een voor de rail van het hijsmechaniek
van de lantaarn.
De lantaarn zelf wordt uit een buisje 3 mm. gezaagd, nadat er eerst een gat van
2 mm. voor het lampje in is geboord. De achterzijde wordt afgedekt met een dun
plaatje aluminium, dat met een holpijpje wordt uitgetikt en dat van een gaatje
van 1 mm. wordt voorzien. Om het staf van het hijsmechaniek wordt een stukje
latoenkoper gevouwen, dat na te zijn vastgezet wordt afgeschuind. Daarna wordt
het geheel aan de mast bevestigd. Met de seinvleugel wordt de plaats van de lamp
bepaald, waarna deze wordt vastgelijmd. Ook hier zorgt een klein omgevouwen
stukje latoenkoper voor de juiste afstand tot de mast. Aan de bovenzijde van de
vleugel komt nog een klein stukje staf als aanslag in de horizontale stand.
Controleer of alles er netjes uitziet en breng dan de stelschijf en de beugel
met de katrollen voor de trekdraden aan. De stelschijf is een 4mm. katrolwieltje
uit de scheepsmodelbouw, dat ik iets dunner vijlde en dat ik voorzag van een dun
stripje, waarin een gaatje van ½ mm. werd geboord. Als U eerst boort en dan het
stripje op de juiste breedte afwerkt is dat niet zo moeilijk. De katrollen voor
de trekdraden komen ook uit de scheepsmodelbouw, maar zijn slechts 2,5 mm. in
doorsnee. Hoe ze aan de paal bevestigd moeten worden, hangt af van de richting,
waarin het seinhuis zich bevindt. De stelschijf wordt op een stukje draad met
platgeknepen uiteinde geschoven, dit draad wordt door de paal gestoken en van
achteren vastgelijmd. Na droging wordt de achterkant vlakgevijld.
De paal wordt nu eerst wit gespoten, na uitvoerig te zijn gereinigd en eventueel
geprimerd te zijn. Na droging kunnen de zwarte delen met dunne reepjes plakband
worden afgeplakt en geschilderd of gespoten. Controleer steeds of de bewegende
delen nog wel bewegen!
Een stukje staf 0,8 mm. wordt gedeeltelijk vierkant gevijld en precies op de
overgang van rond naar vierkant haaks omgebogen. Aan de mast wordt bepaald op
welke plaats het blindje van 3 mm. doorsnede wordt gelijmd. Het teveel wordt
daarna afgeknipt en gladgevijld. Aan de voorzijde wordt het staf ook ingekort,
zodat de seinvleugel er na te zijn geschilderd kan worden opgeplakt. Let hierbij
op de juiste stand van het blindje! De seinvleugel werd eerst wit gespoten,
waarna op de achterzijde de schuine banen en de bril zwart werden geschilderd.
Het afplakken van de banen met kleine strookjes Tamia tape, gaat vrij
gemakkelijk als U onder de vleugel een papiertje legt, waarop U een horizontale,
een kruisende verticale en een diagonaal onder 45 graden hebt getekend. Leg de
vleugel op het kruispunt van de lijnen en U ziet precies hoe U moet afplakken.
Bij de meeste vleugels liep het wit met de zwarte banen door tot de zijkant. De
voorzijde schilderde ik met “Blood Red” van de Games Workshop. Tussen de
seinvleugel en de stelschijf komt nu een bedieningsstang uit 0,5 mm draad.
Meestal zat er een kleine slag in deze stangen, maar U mag hem ook gewoon recht
laten, als hij maar min of meer evenwijdig aan de mast loopt. De stang wordt
vastgezet door het uiteinde voorzichtig plat te knijpen. Deze stangen waren
zwart, maar bij veel seinen werd het stukje dat voor de seinarm langs liep rood
geschilderd.
Aan een 1,8 mm. lampje solderen we twee lengtes dun transformatordraad (isolatie
wegkrabben op de soldeerplek!), die we langs de paal naar beneden leiden als
waren ze de draden, waarmee het hijsmechaniek van de lantaarn wordt bediend. Het
lampje zetten we met een dotje contactlijm vast, zodat het altijd kan worden
vervangen. De draden worden onder de baan gevoerd en daar aangesloten. Met een
drupje cristal Clear geven we de lamp zijn glaasjes. Met een passend holpijpje
tikken we rondjes uit het bijgeleverde plastic en lijmen dit met een drupje
cristal clear in de seinbril.
Nadat de laatste delen geschilderd zijn, legt U een dun vissnoer (ik gebruikte
0,25 mm) om de schijf en leidt dat over de rollen en via draadgeleiders of een
koker naar uw “seinhuis”, alwaar U het draad om de bedieningshevel vastlegt. Een
in het draad opgenomen ballpointveertje zorgt desgewenst voor het op spanning
houden van het draad. U heeft nu een echt mechanisch NS sein model 1937!
Materiaal:
staf 0,5 0,8, 1,5 mm.
buis 2 en 3 mm.
latoenkoper of ander dun metaal
schijfjes voor katollen 3 en 4 mm.
setje seinvleugels van Philotrain.
cristal clear
verf
dun vissnoer (0,3 mm.)
Gereedschap:
ijzerzaagje, vijltjes, buig- en kniptang, pin-vice met boortjes 0,5, 0,8, 1,
1,2, 1,5 en 2 mm., mesje, Tamia tape, secondenlijm en –gel, diverse holpijpjes,
klein bankschroefje, glasvezelpen, tinsoldeer en soldeervet.
|