In de remise Lijsterbesstraat van het Haags vervoersbedrijf HTM werkt TRAMWERK op dit moment aan de ingrijpende restauratie van de Amsterdamse bijwagen 663 uit 1912. Nadat in de afgelopen maanden de wagen zoveel mogelijk gedemonteerd werd, kan nu met de wederopbouw worden begonnen. Zoals dat bij een verantwoorde restauratie hoort, wordt zoveel mogelijk origineel materiaal van de wagen gebruikt, hoewel het in veel gevallen sneller en makkelijker zou zijn om nieuwe onderdelen te maken. Zo werden uit een hopeloos lijkende berg los hout de twee balconpuien gereconstrueerd, waarbij slechts kleine delen werden aangevuld met nieuw hout.

Het beschadigde deel is weggezaagd en vervangen.

De gereconstrueerde pui op de werkbank.

Op deze wijze werden vroeger ook reparaties uitgevoerd. Arbeid was toen nog goedkoper dan het materiaal!

Sommige onderdelen ontbreken geheel, in dit geval bijvoorbeeld de porseleinen lampjes. Gelukkig kon in het NZH museum in Haarlem een rubberen mal worden gemaakt van daar nog aanwezige exemplaren. Met behulp van deze mal konden nieuwe lampjes in polyurethaanhars worden nagegoten. Na beschildering zijn ze nauwelijks nog van echte exemplaren te onderscheiden.

Bij het uit elkaar halen van zo'n tramwagen kom je af en toe de vreemdste zaken tegen. Op de balken van het frame ligt nog stof, dat er sinds de buitendienststelling in 1948 gelegen moet hebben:

Vreemder is de vondst van een handvol kersepitten in de holle ruimte van het kopschot:

Ook aan andere trams wordt nog gewerkt: Hier wordt de schakelkruk van de Amsterdamse 307 gepast. Deze kruk is in brons gegoten van een voorbeeld dat naar originele tekening werd vervaardigd.